Henk Kielenstijn wil als nieuwe voorzitter van het Uitvoerend Overleg Datastromen de waarde van data tastbaar en zichtbaar maken. ‘We zitten echt op goud.’

Henk Kielenstein
Henk Kielenstijn

Henk Kielenstijn had het als kleine jongen bij zijn vader in de kano op de Dommel nooit bedacht. Na een gemeentelijke carrière startte hij in 2021 als secretaris-directeur van Waterschap De Dommel. ‘Ik heb wél altijd iets met water gehad.’ Hij ervaart het als ‘een cadeautje’ om nu een bijdrage te mogen leveren aan de enorme urgentie rondom actuele thema’s zoals klimaatverandering en droogte. ‘Tegelijk is er een grote verantwoordelijkheid om het goed te doen.’

Open houding

Kielenstijn volgde onlangs Wouter Slob op als voorzitter van het Uitvoerend Overleg Datastromen. In zijn eerste 100 dagen maakte hij tijdens een fysieke en online bijeenkomst kennis met zijn team. ‘Bij onze mensen zit veel kennis en kunde. Ze weten wat werkt en kennen de valkuilen. Ik trof een heel open houding en nieuwsgierigheid aan: wat komt de nieuwe voorzitter brengen? Hoe gaan we komende jaren samen aan de slag?’

Urgentie

‘Ik wil datastromen meer levend maken’, beantwoordt Kielenstijn die vraag. ‘Ik wil het belang en de urgentie van datastromen tastbaar en zichtbaar maken.’ Data is nu veelal een abstract, technisch begrip, vindt hij. Kielenstijn: ‘Hoe brengen we het abstracte begrip data nadrukkelijker voor het voetlicht, ook bij bestuurders? Hoe zorgen we dat mensen daadwerkelijk de betekenis van data en datastromen begrijpen en onze rol daarbij? Ik denk dat dat beter kan.’

Deuren openzetten

Kielenstijn wil daartoe deuren openzetten. Halen en brengen, zegt hij. ‘De stolp mag er af. We moeten het zichtbaar maken in praktische toepassingen; echt laten zien hoe geobjectiveerde data ons kan helpen bij het waterbeheer en het realiseren van schoon water.’ Hij noemt het Waterkenniscentrum bij zijn waterschap als voorbeeld. ‘In onze centrale hal geven schermen informatie over hoe het waterbeheer ervoor staat in De Dommel.’ Waterschappen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een goed waterbeheer en   data vormt daarbij een enorm belangrijke sleutel, zegt hij. ‘Landelijk is het nodig dat waterschappen dezelfde taal spreken zodat data uitwisselbaar is en we de data kunnen ontsluiten voor externe partners.’

Luis in de pels

Hij heeft al een goed en leuk team. Kielenstijn ziet voor zichzelf daarin een rol als teambuilder. ‘Ik wil ervoor zorgen dat de energie die er nu is, goed blijft stromen. Het moet leuk zijn en blijven.’ Tegelijk is het nodig om goed naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren, stelt de nieuwe voorzitter. Hij is ook een beetje de luis in de pels. ‘Ik heb inmiddels geleerd hoe betekenisvol data is. Dat gun ik anderen ook.’

De boer op

Het UO Datastromen mag minder bescheiden zijn om kennis en kunde uit te dragen, vindt hij. Kielenstijn gaat daar ook actief de boer mee op. Hij wil bij zijn collega’s nadrukkelijk onderwerpen voorleggen. ‘Ik ga na de discussies in het UO belangrijke onderwerpen bij de Opdrachtgeverstafel agenderen. Ik wil ook wat bereiken. We zijn geslaagd als mijn collega’s het in hun organisatie verder brengen en mee gaan sturen.’

Private sector

Kielenstijn wil deuren openen naar de private sector. Hij wil werkbezoeken brengen aan bedrijven om bestaande kennis en kunde op te doen. ‘We moeten ons vooral laten inspireren door dingen die er al zijn. Het lijkt mij heel leerzaam om vaker over de grenzen van de eigen sector te kijken.’ Dan kan het UO zelfs een initiërende rol hebben, meent hij. ‘Waterschappen moeten aan ons kunnen vragen: wat staat ons te doen?’

Ombuigen

Volgens Kielenstijn proberen we waterschappen nu te overtuigen van de waarde van data. Hij buigt dat graag om. Kielenstijn: ‘We zitten echt op goud. Het ligt op een dienblad. Als je data verbindt aan een toepassing, begrijp je waar data belangrijk voor is. Dan krijgt data en de rol van datastromen meer betekenis. Ik wil bereiken dat mensen urgentie voelen om kennis en kunde in toepassingen te gebruiken. Dan krijg je een andere beweging.’

De digitale transformatie is ook geen keus, meent hij. ‘Het gebeurt. Wij zijn er onderdeel van; we zitten er middenin. We kunnen het wel richting geven en het tempo versnellen. Het UO datastromen heeft daarin een belangrijke rol. Als het lukt om onze waarde zichtbaar te maken, kunnen we de waterschappen nog beter helpen.’

Mee peddelen

Kielenstijn stapt nog een keer in de kano: ‘Zolang je zelf niet peddelt, bepaalt de stroom van het water de snelheid en welke kant je opgaat. Op het moment dat je gaat mee peddelen en sneller gaat dan de stroom, kun je gaan sturen. Wij peddelen, want we willen sturen. Wij zien kansen.’

En het uitje voor het UO dat zijn voorganger Wouter Slob voorstelde? Kielenstijn: ‘Die kano brengt me op een idee.’